Mark de Kock, VRIJWILLIG-CENTRAAL
In deze rubriek wordt regelmatig een vrijwilliger voorgesteld zodat de mensen achter Forescate beter bekend worden en om hen op deze manier eens uit de schaduw te halen en in een welverdiend zonnetje te zetten. De eerste twee weken staat het artikel op de voorpagina, daarna blijven de artikelen terug te lezen onder 'Vrijwilligers' van het keuzemenu.
Dit keer is de beurt aan Mark de Kock. Deze stoere familieman loopt bijna al zijn hele leven bij Forescate rond. In de zomer vind je hem achter de BBQ en in de winter aan de origamie.
Hallo, ik ben Mark, één van de vrijwilligers van MHC Forescate.
Ik
ben als klein C-tje bij Forescate gekomen. C was toen het laagst, ik moest zelfs
nog een jaar extra op judo blijven voor ik kon gaan
hockeyen.
Ik
was de enige in onze familie die ging hockeyen. Uiteindelijk zijn we allemaal
met het Forescate-virus besmet.
Veel
gehockeyd. Nooit erg hoog maar vooral gezellig. In ’87 heb ik mijn knie
verdraaid en toen was het over met actief spelen.
Wel
nog een paar jaar blijven hangen maar ten slotte weggegaan. Begin 2000 – toen
mijn kinderen gingen spelen – weer terug gekomen.
Wat
ik leuk vindt aan Forescate is – en dat begint langzaam aan weer terug te komen
– dat we een familieclub zijn. Zorg
dat iedereen het naar zijn zin heeft en dat het gezellig is.
Dat
is ook de reden waarom je je in moet zetten voor een vereniging. Helaas is een
club niet te besturen met alleen betaalde krachten tenzij je "golf contributies”
wil gaan betalen. Dus iedereen is nodig. Ik begrijp ouders niet die contributie
betalen en verder bij alles steeds roepen "dat kan ik niet” Dan moeten ze zeggen
"dat wil ik niet”
Er
is zo veel te doen op de club dat "kan ik niet” niet
bestaat.
Het
is er altijd gezellig – nou dan kan je net zo goed ook iets doen.
Was getekend, Mark de Kock.
Het favorietenlijstje van Mark:
Lievelingseten: spare-ribs /
BBQ
Favoriete muziek: stevige
rock
Sport: uiteraard hockey en
RPM
Boek: Dwazen sterven van Mario
Puzo
Televisieprogramma:
Sitcom’s
Motto: Niet kletsen maar doen